Uit mijn dagboek van 7 januari 2011: “Tot drie uur vannacht was het zingen van de vrouwen te horen. De maniok heeft vier dagen in rivierwater gelegen om te ontgiften (cyanide) en werd gestampt en in bladeren gerold. Deze rollen worden dan nog minimaal drie uur gekookt om alle microben te doden en dan pas is de chikwanga klaar. De oude(re) vrouwen hebben soms een tatoeage in hun gezicht. A. vertelde dat over de achtergrond de meningen sterk uiteen lopen. Eén verhaal is dat dit gebruik is ontstaan in de slaventijd. Vrouwen werden op deze wijze minder interessant en waardevol voor slavenhandelaren. Bij jongere vrouwen heb ik het nog nooit gezien.” Wat mannen doen? Velden aanleggen, vissen, jagen… en rond hangen en zitten. Ik zie wel dat er wat verandert: jongere mannen hebben ook wel eens een kind op schoot… Vrouwen hebben een enorme kracht. Letterlijk en figuurlijk verzetten ze bergen, omdat ze willen dat hun kinderen het beter krijgen. Mijn ervaring is dat wanneer vrouwen samen echt iets voor elkaar willen krijgen, dat meestal ook lukt.

Er gebeuren kleine wonderen in de Mombesa. Op twee na alle vrouwen van Bondamba kunnen inmiddels lezen en schrijven. De twee vrouwen die niet wilden of durfden mee te doen aan het alfabetiseringsproject (van Bondeko) hebben er inmiddels spijt van. In januari 2011 waren we in Yakate. Een van de vrouwen van Bondamba is daar met haar gezin naar toe verhuisd. Ze heeft subiet een groep vrouwen om haar heen verzameld en is in de basisschool een naaiatelier gestart. Bondeko gaat deze vrouwen nu helpen bij de bouw van een hut die gebruikt zal worden als naaiatelier en als alfabetiseringscentrum. In Jamombelemu is het alfabetiseringscentrum bijna klaar en nemen, naast 28 vrouwen, sinds kort 17 mannen deel aan het eerste leerjaar van de alfabetisering. De eerste mannen! ©
Geen opmerkingen:
Een reactie posten