zondag 23 januari 2011

Pygmeeën: slaven van Bantoebevolking

Pygmeeën zijn de oorspronkelijke bewoners van het oerwoud. De Bantoebevolking komt uit het gebied aan de andere kant van de Congorivier en heeft zich in het gebied van de pygmeeën gevestigd als visser of leeft van landbouw. Pygmeeën zijn de nomaden van het oerwoud. Ze leven van jagen en verzamelen. Met hun mand lopen ze uren lang door het oerwoud en verzamelen o.a. rupsen, honing en paddenstoelen. Ze kunnen zich voor het wild “onzichtbaar maken” en doden het met een lans. Ze bouwen keer op keer een hut van bladeren in het gebied waar een waterbron is die ze kunnen vertrouwen. Wanneer er iemand sterft zullen ze op  zoek gaan naar een nieuwe plek. Pygmeeën ruilen hun jachtbuit met de Bantoes: voor gebruiksgoederen of maniok. Dit heeft er toe bijgedragen dat Bantoes pygmeeën als hun eigendom zijn gaan zien: “dit is mijn pygmee die voor mijn vlees zorgt” of “voor mijn nieuwe prauw”  of  “voor mijn nieuw gekapte veldje”. Pygmeeën komen steeds meer onder druk te staan. Het is bijna niet meer mogelijk om te leven van wat het oerwoud biedt. Het klimaat verandert en door de oorlog is het wild gedecimeerd. Buitenlandse bedrijven doen er alles aan om een vergunning te krijgen om hun oerwoud te kunnen kappen. Ze worden gedwongen om zich meer definitief in kampen te vestigen en een veldje te bewerken.
Tijdens de reis in 2005 kwam ik voor het eerst in contact met pygmeeën. Ik bezocht toen het kamp Loinzi. Op 13 juli 2005 maakte ik een tocht door het oerwoud vanuit Yasamola. Een pygmee was onze gids en ik kreeg twee chaperonnes mee: de hoofdonderwijzer en een bezoeker aan de missiepost Bondamba. Slechts 7 km, klauteren over ontelbare boomstammen en door een aantal kleine riviertjes. Loodzwaar, doordat ik verkeerd had ingeschat hoeveel water ik voor de reis heen, het verblijf daar en de reis terug nodig zou hebben. Ik had geen idee wat ik zou aantreffen.

In ieder pygmeeënkamp is ook een capita. Hij of zij! heeft vooral een ceremoniële rol. De capita van Loinzi hield op 13 juli 2005 een toespraak. De kern van zijn verhaal was: “wij zijn ook mensen, door God geschapen, maar we worden door de dorpsbewoners behandeld als beesten. We worden gedwongen het beetje jachtbuit dat we hebben voor niets af te geven of we krijgen er een schijntje voor terug. We durven niet naar het dorp toe, uit angst dat we worden opgepakt voor iets dat we niet hebben gedaan”. Ik stond met m’n mond vol tanden. Degenen waarmee ik in het kamp was geweest vertelden ‘s avonds dat ze het voor onmogelijk hadden gehouden dat een pygmee zo kon spreken… Ik realiseerde me later pas hoe tekenend het was dat de hoofdonderwijzer nog nooit in het kamp van de pygmeeën was geweest. Op 4 januari 2011 gebeurde iets van gelijke strekking. Maar nu was het niet de capita die sprak, maar een vrouw uit het kamp Mpete, Elisabetha is haar naam. Ze deed dat in het Bantoedorp Jamaita, ten overstaan van de “chief de groupement” en alle bewoners van het dorp. “Geloof de mooie verhalen van de chief en de dorpsbewoners niet. We worden in het oerwoud als beesten behandeld”. ©


Geen opmerkingen: