dinsdag 15 december 2015

En nu nog inpakken...




Over iets meer dan drie dagen zitten we in het vliegtuig naar Congo. Met de praktische voorbereiding zijn we een heel eind. De paklijst is klaar en meerdere keren herzien en aangepast. In de woonkamer liggen drie grote stapels met spullen, waarmee twee rugzakken en een duffel worden gevuld. In de duffel zitten de 35 WakaWaka solar lampjes, vijf voetballen, 100 ballonnen en onderdelen en gereedschap voor de mountainbike. Die hebben we afgelopen zondag in een fietsdoos gepakt. Voorwiel eruit; zadel en stuur eraf. Met meters plakband hebben we alle randen van de doos 'verzegeld'. 

Inmiddels haal ik zo af en toe ook wat van een stapel af: dat gaat toch maar niet mee. Elke gram telt. Zo weinig mogelijk kleren en zo veel mogelijk spullen die we nodig hebben of van pas kunnen komen om risico's zo veel mogelijk te elimineren. Een klamboe, een lakenzak en een matje om op te slapen. Erg belangrijk is een zakje met 'noodspul', met uiteraard duct tape, maar ook lucifers, waxinelichtjes, elastiek, touw en ijzerdraad. Er ligt ook een tropenset met EHBO spullen klaar, inclusief spuiten, naalden, scalpel, hechtdraad en medicijnen. En een dentalkit, zodat we een uitgevallen vulling tijdelijk kunnen vervangen. We zitten dagen reizen van een arts vandaan. En stel dat een arts een injectie zou moeten geven, dan bij voorkeur met gebruik van onze naalden i.v.m. HIV besmetting. 
Vorig weekend kregen we een e-mail van André met de vraag of we antiserum zouden kunnen meenemen voor o.a. de de Zwarte Mamba. Het is de langste en snelste slang ter wereld. Een beet is dodelijk wanneer geen antiserum wordt toegediend. Dat wordt echter alleen aan medici verstrekt en we kunnen het dus niet meenemen. Ik heb maar beenkappen gekocht, zodat ik me op de fiets enigszins beschermd voel. Ja, ik weet het, de Zwarte Mamba zal er niet voor terugdeinzen... 
Wanneer we de luchthaven in Kisangani naderen zit ik met de neus geplakt tegen het vliegtuigraam. Het oerwoud is als een veld boerenkool met paden van rode leem. De hutjes kan ik bijna aanraken. De pygmeeën in het oerwoud zullen een witte streep aan de hemel zien en tegen hun kinderen vertellen: 'dat is een vliegtuig'. Maar wat is een vliegtuig, als je nooit meer gezien hebt dan een witte streep? Na het landen zal ik na twee treden op de vliegtuigtrap, de geur, de klanken, de warmte, het vocht en zelfs de wind herkennen. 'Dit is Congo!', denk ik dan en ik weet dat ik me dan diep van binnen heel blij voel. Het land waar ik voor de zevende keer mag zijn. Het land dat me uitdaagt om m'n grenzen steeds weer te verleggen. Het land dat me van elke ontdekking op m'n reis laat leren, door anderen en over mezelf.

Geen opmerkingen: