In Mombongo is in november 2010 met de financiële ondersteuning van Bondeko de eerste klas van de kindergarten gestart. Ze krijgen nu nog les in het kerkgebouw, maar voor de zomer nog is het gebouw zo ver klaar dat één klaslokaal, kantoor en opslagruimte in gebruik genomen kunnen worden. Het is een openbare en officiële kleuterschool voor kinderen van 3,5 tot 6 jaar. In de Mombesa is het gebruikelijk dat kinderen pas vanaf 6 jaar naar school gaan. Dat geldt zeker niet voor alle kinderen en slechts een handvol redt het tot in de zesde klas en het staatexamen dat recht geeft op een vervolgopleiding. Ik ben in 2009 in basisscholen geweest waar in de zesde klas maar 8 leerlingen zaten, terwijl ze met 70 in de eerste klas waren begonnen. Verzuim is voor ouders en leerlingen geen thema. Wanneer het rupsentijd is worden rupsen gezocht en eten is belangrijker dan lessen volgen. Meisjes maken zelden de basisschool af en pygmeeënkinderen gaan sowieso bijna nooit naar een school van de Bantoes. De pygmeeën voelen zich als eenling niet thuis op een Bantoeschool en kunnen ook het schoolgeld niet betalen. In een enkel pygmeeënkamp is een aparte basisschool. Uit mijn dagboek (Mpete, 5 januari 2011): “Vanochtend stond een tiental kinderen in rijen opgesteld voor de basisschool het volkslied te zingen. Een oud stuk rails diende als schoolbel. Hoe ze daar aan komen? Ze marcheerden door het kamp. Alsof deze kinderen gebrek hebben aan lichaamsbeweging…”. De landelijke overheid heeft voor dit schooljaar besloten dat voor de eerste drie leerjaren geen schoolgeld betaald hoeft te worden. De ouders moeten wel nog een extra bijdrage (in geld of goederen) aan de leraren betalen. De leraren krijgen slechts een heel karig salaris dat op deze wijze wordt aangevuld...
In de kleuterschool leren de kinderen de beginselen van de Franse taal en op sociaal en cognitief vlak wordt een goede basis gelegd voor verder leren op de basisschool. Moeders hebben meer hun handen vrij om op de markt waren te verkopen of voedsel te koken en de meisjes hoeven tijdens schooltijd niet meer op te passen op hun jongere broertjes of zusjes. Het loopt storm in de kleuterschool in Mombongo. Er zitten al 43 kinderen in de klas en er zijn nog veel meer aanmeldingen. A. vertelde dat hij bij de kinderen na twee maanden al duidelijk verschil ervaart. Ze kennen hun eigen naam en begroeten hem door het geven van een hand. Uit mijn dagboek (Mombongo, 25 december 2011): “Het is heel spannend om naar ons toe te komen. Een paar kinderen overwinnen hun angst. Ze geven een hand en stellen zich voor. Daarna sprinten ze, zichtbaar opgelucht en giebelend, snel naar hun vriendjes: “ik heb het gedurfd!”, hoor ik ze roepen.”
Op 11 januari 2011 hebben Okke en ik een ochtend doorgebracht in de kindergarten. Het was heerlijk om de enthousiaste lerares aan het werk te zien. Ze leerde de kinderen met behulp van een meegenomen banaan een paar woorden Frans: je mange une banane. Buitenspelen gebeurde door de 43 kinderen met welgeteld één bal. Maar het plezier is enorm! Uit mijn dagboek (Mombongo, 11 januari 2011): “A. haalt uit een grote kist het spelmateriaal. Ik schrik er van. In mijn ogen is het een grote zooi: twee duploblokjes, een half popje, drie legoblokjes, een plastic beestje etc. Incompleet, te weinig om daadwerkelijk mee te bouwen…. De kinderen kennen helemaal geen speelgoed. Zij spelen met alles in en rond het huis: zand, takjes, machete. A. vertelt dat hij alleen dozen speelgoed kan kopen in Kisangani: tweede?hands, ongesorteerd en incompleet. Ik vind het geen goede zaak om spullen in te voeren in Congo. Het transport is veel te duur en daarnaast steun ik liever de economie van Congo. Maar in dit geval lijkt er niets anders op te zitten. Dit moet anders! Ik droom van een kindergarten met houten blokken en een Afrikaans “keukentje” met potten en pannen op het houtvuur…”. ©
Geen opmerkingen:
Een reactie posten